2013: Het jaar van die andere infectieziekte

Door Bas Mandos & Koen van der Zwan 

2013 was allesbehalve een vrolijk jaar. Vele grote namen verlieten de wereld, waaronder zeker ook op politiek gebied. Laten we beginnen met een overzicht van 2013: Paul Walker dood.  Mandela dood. Fidela dood. Chávez dood. Friso dood. Bea weg, Willem erin. De laatste goede fifa-carrièremode, waar denk je dan aan? Precies, 2013. Wat hadden we nog meer aan dit jaar? The Harlem Shake. De paus eruit, de paus erin. ‘Gijp!’ van Michel van Egmond kwam uit. Ronald Dworkin, bekend van HPF, blies zijn laatste adem uit en ook Thatcher gaf dit jaar de pijp aan Maarten.  De laatste G8-top vond plaats, waarna het de G7 werd. En tot slot: Ebola. Hoewel de epidemie pas in 2014 officieel werd, was op 2 december 2013 de eerste besmetting een feit.  

Ondanks dat 2013 met alle bekende sterfgevallen al een relatief treurig jaar was, kon het nog erger worden. Op twee december begon de grootste ebola-uitbraak in de geschiedenis. Op de tweede december van dit rampenjaar liep de tweejarige Emile Ouamounou uit Guinee samen met zijn moeder het immens dodelijke virus op via een vleermuis. Na deze eerste besmetting verspreidde het virus zich razendsnel naar voornamelijk Liberia en Sierra Leone, naast een rits landen met beperkte en gecontroleerde verspreiding. In totaal liepen ruim 28.000 mensen de ziekte op, wat de uitbraak de grootste ebola-uitbraak in de geschiedenis maakt. Mogelijk nog schokkender is de mortaliteit van de aandoening: 11.323 gevallen lieten het leven als gevolg van de ziekte. 

De epidemie bleek moeilijk in te dammen, wat de ziekte vergelijkbaar maakt met het hedendaagse coronavirus (daarover later meer). De bewoners van de West-Afrikaanse landen hadden een hoge mobiliteit, terwijl er veel te weinig medische kennis en zorg beschikbaar was. Ook tradities hielpen niet mee. Bij één van de algemene begrafenisrituelen in de regio was het goed gebruik om de overledene fysiek aan te raken, iets wat tot een directe besmetting kan leiden. Het gebrek aan kennis onder de bevolking vormde tevens een immense risicofactor, wat ertoe leidde dat een aanzienlijk deel van de populatie niet in het bestaan van de ziekte geloofde en derhalve geen beschermingsmaatregelen trof.  

Uiteindelijk wisten de getroffen landen, grotendeels met hulp van de internationale gemeenschap, de ziekte in te dammen. Financiële hulp werd beschikbaar gesteld, alsmede militair en medisch personeel. Dit alles leidde ertoe dat in 2016 de epidemie definitief een halt toegeroepen werd, voor de ziekte in 2018 wederom opdook in Oost-Congo.  

Een infectieziekte als ebola herinnert de mensheid eraan hoe kwetsbaar de menselijke soort in essentie is. Pandemieën zijn niet nieuw en duiken met regelmaat op, met alle hysterie van dien ten gevolge. Neem de Mexicaanse Griep uit 2009, waardoor wereldwijs ruim 260.000 gediagnosticeerde gevallen en ruim 13.000 doden zijn getroffen.  

Terug naar de voorbije maanden. In 2019 werd in Wuhan, een Chinese provincie, een nieuwe variant van het coronavirus ontdekt. Deze ontdekking volgde op meerdere gevallen van onverklaarbare longontstekingen, die vermoedelijk grotendeels terug te leiden waren naar een veemarkt. Derhalve wordt ook bij deze uitbraak uitgegaan van een dierlijke oorsprong. Het virus verspreidde zich rap, en beperkte zich niet tot de Chinese landsgrenzen. Binnen enkele maanden ontstonden onder andere infectiehaarden in Iran, Noord-Italië en Zuid-Korea, waarna op het moment van schrijven het virus inmiddels elk continent bereikt heeft. Op het moment van schrijven, 7 maart 2020, spreekt de Wereldgezondheidsorganisatie over ruim 100.000 bevestigde gevallen verspreid over 92 landen, met al ruim 3.500 doden als gevolg. 

De Nederlandse hysterie is mogelijk nog groter dan de recente uitbraken van ‘enge’ infectieziekten. De NOS houdt al twee maanden lang een liveblog bij, waarin elke besmetting in Europa direct gemeld wordt totdat het virus ook in Nederland belandde. Met inmiddels ruim honderd besmettingen (een aantal dat gegeven de incubatietijd in werkelijkheid vele malen hoger zal liggen) is de hysterie compleet. De media beginnen steevast elk journaal met een update, het RIVM heeft zichzelf weer op de kaart gezet middels talloze persconferenties en lokale huisartsenpraktijken worden overspoeld met belletjes van bezorgde, snotterende burgers. Mondkapjes zijn overal uitverkocht, en worden inmiddels zelfs op grote schaal ontvreemd uit medische instellingen. Dit, terwijl we op het moment van schrijven nog heel erg weinig weten over het virus.  

De hysterie is niet onbegrijpelijk. Een Spaanse uitvaart heeft zich ontwikkeld tot ware brandhaard, wat doet denken aan de uitbraak van ebola van 2013. Tevens lijkt de ziekte niet louter mensen met medische condities (dodelijk) te treffen, maar ook de jonge populatie, zij het in een stuk mindere mate uiteraard. De vraag is echter wel in hoeverre de hysterie een praktisch nut dient in het bestrijden van de epidemie (op het moment van publicatie waarschijnlijk pandemie te noemen). Mondkapjes worden op verkeerde wijze gebruikt door gezonde doch angstige burgers, terwijl ze in de medische wereld hard nodig (gaan) zijn.