Vogels in lockdown

Published by De Heraut on

Vogels in lockdown

Simone Vlug

Rond deze tijd vorig jaar werden grote aantallen nertsen geruimd, omdat ze waren besmet met Covid-19. Tegenwoordig vindt er een andere besmetting op Nederlandse bedrijven plaats: de vogelgriep. Hierdoor werden in alleen januari 2022 al meer dan 537.220 vogels afgemaakt.

Europa heeft eerder te maken gehad met uitbraken van de vogelgriep, maar dit is de grootste tot op heden. Besmette dieren worden zowel in het wild als bij pluimveehouders gevonden. De eerste besmettingen vonden plaats in oktober vorig jaar, en inmiddels reikt de uitbraak van het virus tot in Portugal, Rusland, Ierland en zelfs Israël. Ondanks maatregelen zoals het ophokken en doodmaken van besmette dieren blijft het virus zich verspreiden. Wordt het daarom niet tijd om de wortels van het probleem aan te pakken?

Vogelgriep

Aviare influenza – de wetenschappelijke naam voor vogelgriep – is een griepvariant die voorkomt bij vogels en zich uit in verschijnselen als sufheid, ademhalingsproblemen en in sommige gevallen zelfs sterfte. De kans dat mensen besmet raken is erg klein, maar omdat besmetting via de lucht plaats kan vinden is het risico voor vogels erg groot. Om deze reden is een geconstateerde besmetting van vogelgriep niet alleen een probleem omdat dieren kunnen komen te overlijden, maar ook omdat verspreiding snel kan gebeuren. Na het vaststellen van besmette vogels vorig jaar is in oktober 2021 in Nederland een landelijke ophok- en afschermplicht ingesteld om verdere verspreiding te voorkomen. Hierdoor zitten zelfs dieren die normaal naar buiten mogen, zoals biologische legkippen al maanden binnen.

Herhaalrecept

Eén jaar voor de ingestelde ophokplicht van oktober 2021 was er ook al sprake van een ophokplicht, en ook toen konden we hiermee de besmettingen niet voorkomen. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit vermeld op hun website “U vindt hier of vogelgriep weer in het land is”. Van een rentree van het virus wordt dus uitgegaan. Dit jaar geldt weer hetzelfde beleid als altijd: ophokken en vergassen. Ondanks deze maatregelen horen we keer op keer nieuws over nieuwe besmettingen en ruimingen. Dit beleid blijkt dus niet te werken, en laat ons daarnaast ook niet vergeten dat het hier om levende kippen en kuikens gaat. Is het daarom niet tijd voor nieuwe beleid?

Een mogelijke duurzame oplossing tegen vogelgriep zou het ontwikkelen van een vaccin zijn. Er zijn Nederlandse wetenschappers die werken aan een vaccin, wat tijdens een proef effectief bleek te zijn. Toch wordt er niet grootschalig ingezet op het ontwikkelen hiervan. Daarnaast zouden er vele malen minder besmettingen zijn als de kippen niet op zulke grote schaal en zo dicht op elkaar werden gehouden. Met een veilige afstand tussen stallen en bedrijven is er minder snel sprake van besmettingen.

Kippen over grenzen

Jaar in jaar uit krijgen we te maken met een uitbraak. Vogelgriep is hier zo’n groot probleem juist omdat we zo veel kippen op Nederlandse bodem houden, in totaal bijna honderd miljoen. Deze kippen worden gehouden op  pluimveebedrijven waarvan niet alleen de kippen dicht op elkaar leven, maar ook de stallen dicht bij elkaar staan. Het is bekend dat dit het risico van besmetting vergroot, en ook in de politiek is dit geen nieuws, toch worden ook hiervoor geen effectieve maatregelen getroffen. Als een vaccin en het beter indelen van stallen en boerderijen wél een werkende oplossing kan bieden, waarom doen we dat dan niet? Dit heeft te maken met dezelfde reden dat we überhaupt zo veel kippen houden; handel. Nederland is binnen de Europese Unie de op zes na grootste producent van pluimveevlees. In alleen 2020 exporteerde Nederland maar liefst 1,65 miljoen ton pluimveevlees met een waarde van € 2,95 miljard. Gevaccineerd pluimvee willen landen niet importeren, vandaar dat dit wel doen grote gevolgen zou hebben voor de export. Uit het vogelgriepbeleid blijkt dat handelsbelang zwaarder meetelt dan dierenwelzijn.

Op daadwerkelijk effectieve maatregelen tegen vogelgriep zoals vaccineren of minder dieren houden wordt niet ingezet, waardoor we elk jaar weer met een uitbraak te maken krijgen. In plaats van een duurzame oplossing te bedenken blijft ophokken en vergassen de aanpak. En wie betaalt hier uiteindelijk de prijs voor? Onschuldige dieren. Elk jaar worden talloze vogels vergast. Soms gebeurt dit zelfs preventief, bijvoorbeeld vorig jaar oktober toen een dierenarts na het bezoeken van een besmet bedrijf in Zeewolde ook op een boerderij in Barneveld langsging. Als er binnen 10 kilometer van deze boerderij geen 277 andere pluimveebedrijven lagen was het preventief doodmaken van 9500 leghennen niet nodig geweest. Vandaar dat het noodzaak is in te zetten op duurzame maatregelen zoals minder dieren houden en het ontwikkelen van een vaccin.