Puzzelen of participeren: stemmen is te veel gevraagd
Published by De Heraut on
Puzzelen of participeren: stemmen is te veel gevraagd
Door: Linde Zwijnenburg
De ontevredenheid onder onze politicologiestudenten was niet te missen na de Tweede Kamerverkiezingen van afgelopen november. Met een paar van jullie stond ik in een zaaltje boven bij Café Faber te balen op de betreffende verkiezingsdag. Vele jaren was Wilders de nummer twee. Maar echt verwachten dat zijn PVV ooit de grootste zou worden? Ik zag het in ieder geval niet aankomen. Naast Wilders was er ook een nieuwkomer in de spotlight deze verkiezingen: Pieter Omtzigt. Wat de ex-CDA’er en Wilders gemeen hebben: de mening dat het anders moet, er moet meer naar het volk geluisterd worden. Alhoewel de mening dat het volk moet bepalen in een democratie niet raar is, moeten we ons bewust worden van de valkuilen die te pas komen bij het voorrecht dat stemmen heet.
De uitslag van de verkiezingen in de afgelopen 25 jaar maakt een ding voor mij duidelijk: democratie heeft zijn beste tijd gehad. Al mogen alle Nederlanders pas een eeuw onbegrensd genieten van het stemrecht, de revolutionaire glans is van de democratie af. Zoals John Stuart Mill al zei: we zouden de regeringsvorm met het beste resultaat moeten installeren. Uiteraard valt er over “beste resultaat” te twisten. Duidelijk is echter dat er drie verschillende waarden uit democratie zijn te onthalen: instrumentele waarde, aretische waarde, en intrinsieke waarde. De redenering achter instrumentele waarde is dat democratie zorgt voor een efficiënte, rechtvaardige en stabiele uitkomst. Aretische waarde houdt in dat democratie zorgt voor een verlichte kiezer, voor stemmers die betrokken en geïnformeerd zijn. Intrinsieke waarde is het geloof dat democratie een doel is in zichzelf. Veel van mijn vrienden maken zich schuldig aan democratisch triomfalisme: het geloof dat democratie nodig is voor een rechtvaardig systeem. Er heerst dit idee dat democratie de enige waardevolle en rechtvaardige staatsvorm is die wij kennen. En al denk ik niet dat we alles morgen op de schop moeten gooien, we moeten wel beseffen dat we voorzichtig moeten zijn met het overwaarderen van de intrinsieke waarde van democratie.
Wanneer democratie wordt gezien als een doel, in plaats van een systeem dat zou zorgen voor de beste uitkomst, dan zetten we zelfzuchtigheid boven kwaliteit. Namelijk: in dit systeem mag iedereen stemmen, ongeacht kennis, ongeacht toewijding. Natuurlijk kan het wegnemen van stemrecht bij ongeïnformeerde mensen gezien worden als elitisme. Ik zeg dan ook niet dat er geen diversiteit nodig is in onze democratie. Juist verschillende opleidingsniveaus en achtergronden dragen bij aan de legitimiteit van een uitkomst. Alleen door het belang van stemmen te promoten boven het belang van een inhoudelijke democratie banen we de weg voor verkiezingen die steeds meer weg hebben van schoonheidswedstrijden. Politici strijden voor de meeste stemmen, en lijken het steeds minder belangrijk te vinden om hun kiezers te informeren over de daadwerkelijke beleidskeuzes (althans, keuzes die verder gaan dan “meer/minder” kwesties). Zo voeren TikToks, soundbites, en X-posts de boventoon in de politieke campagnes anno 2023. Daarnaast heeft transparantie zoals in oude democratieën plaatsgemaakt voor achterkamerpolitiek, waardoor politieke beslissingen steeds verder uit het blikveld van de burger worden genomen.
De combinatie van deze afstand tussen burger en beslissing en de complexiteit van de beslissingen van deze eeuw zorgt voor een grote verantwoordelijkheid van de burger. Je stem laten horen in een verkiezing is belangrijk. Een stem laten horen die echt representeert waar je als mens voor staat, is nog veel belangrijker. Het systeem van de huidige democratie gaat uit van veel civiele deugd, wat in werkelijkheid moeilijk te behalen is. Burgers moeten onredelijk veel moeite doen om door de tactieken van politici te kijken, en om aan de informatie te komen die nodig is voor een gegronde keuze. Alle debatten ooit online gooien is geen transparantie, maar een afleidingsmanoeuvre van de kern. De gemiddelde mens kan het zich niet veroorloven om uren te zoeken, te lezen, te onderzoeken. Onze prioriteiten liggen niet bij het ontcijferen van partijprogramma’s. En dat is oké. Wij als politicologiestudenten hebben wellicht wel de energie om de eerste vijf zinnen van het partijprogramma van GroenLinks-PvdA te lezen, maar niet iedereen wordt daar warm van. Minder participatie is daarom niet altijd slecht. Mensen zouden hun dagen moeten inrichten hoe ze dat zelf willen; dansend, lezend, zingend, muziek-makend, of tv-kijkend. Naast alle eisen die het hedendaagse dagelijks leven de mens al oplegt, kunnen we niet verwachten dat ieder persoon de capaciteit heeft om voorbereid te stemmen, laat staan om op een intensievere manier te participeren. Laat de mens de mens zijn, en zorg voor politieke(re) politici.
-Linde Zwijnenburg