Robot Wopke, Wankelende Mark en Stamboom Klaver: het RTL debat in een notendop
Published by De Heraut on
Robot Wopke, Wankelende Mark en Stamboom Klaver: het RTL debat in een notendop
Door: Bas Mandos
Verleden avond besloot ik mijn waarde vrije zondagavond op te offeren voor de trouwe Heraut-lezer: ik keek het RTL-debat, zodat jij je niet door de duizend-en-een reclameblokken hoefde te wurmen. Want allemachtig, als ik dan toch mijn ongezouten opinie mag ventileren, wat zijn er verschrikkelijk veel reclameblokken op deze zender. Normaliter wekt dit bij mij al een gezonde dosis frustratie op, maar het feit dat ik zowel de D66- als de CDA-spotjes gisteren frequenter heb gezien dan de ellenlange en bovendien enorm repetitieve reclames van Stichting Dierenlot deed mijn wenkbrauwen fronsen.
Afijn, ik zal trachten om het debat en diens zes kandidaten kort van wat amateuristisch doch goed bedoeld commentaar te voorzien.
Laat ik beginnen met de grootste winnaar van de avond: Rob Jetten. Nu hoor ik u denken, die was toch helemaal geen deelnemer aan het debat? Dat klopt als een bus, maar na vier zware jaren is hij eindelijk van zijn bijnaam af. Robot Jetten is niet meer de grootste robot van het Binnenhof, want Robot Jetten is vervangen door Robot Wopke, de frontman van het CDA die gisteren om onduidelijke redenen continu een transcript van zijn eigen geheugen strak kijkend de camera in praatte. Wellicht was de beste man wat zenuwachtig (begrijpelijk, als we iets van de overheid hebben geleerd is dat er in iedere software ‘kinderziektes’ (dan wel grootschalige datalekken) zitten), maar het hielp niet mee in het verkopen van zijn verhaal. Gelukkig had het CDA hier al op gerekend, en voor het geval dat maar een spotje in ieder reclameblok in te kopen. Wat voor Wopke en zijn partij echter lastig is geweest de voorbije weken was ook vanavond weer lastig: het aanvallen van de VVD. Het bekritiseren van Rutte blijkt toch lastiger dan gedacht en gehoopt, wanneer je daar de voorbije jaar in goede harmonie beleid hebt gemaakt.
Intussen beginnen er barsten te ontstaan in het vooruitzicht van een gegarandeerde, klinkende verkiezingsoverwinning voor Rutte. Voor vanavond had hij dezelfde tactiek als de voorbije campagneweken: parasiteren op plannetjes van anderen en verder vooral stabiel leiderschap uitstralen. Het eerste leverde wat gekke doch ongeloofwaardige situaties op (een Rutte die als VVD’er stelt dat de rijken zwaarder belast moeten worden voelt toch een beetje als de SP die stelt dat de sociale huur uitbesteed moet worden aan huisjesmelkers), maar in dat tweede ontstaan haarscheuren. Want, waar Rutte minder op voorbereid was dan op het zoveelste debat met zijn politieke opponenten, was de intrede van een slachtoffer van de toeslagenaffaire. Waar politiek Den Haag zonder al teveel succes al jaren probeert te zagen aan de massief stalen poten van de VVD, wist deze vrouw in haar luttele minuten zendtijd Rutte op zijn plaats te zetten. Want waar de beste man altijd en overal een antwoord lijkt te hebben voor zijn soms toch bestaande fouten, kwam hij dit keer niet weg met een slap antwoord op de vraag waarom hij nou eigenlijk geen persoonlijke verantwoordelijkheid heeft genomen voor het eerder genoemde schandaal. Het lef waarmee de beste mevrouw haar premier onderbrak (‘ik stop u even’) toen deze de zoveelste poging deed om zijn herverkiezing te legitimeren in het licht van de affaire, was een van de eerste momenten waar Rutte écht leek te wankelen. Leuke kans voor het CDA zou je denken, ware het niet dat Robot Wopke nu ook niet bepaald het charismatische alternatief vormde voor de VVD-leider en zich bovendien onmogelijk kan ontdoen van het imago van medeplichtige van het beleid gedurende Rutte-III.
Dan kort Klaver. Klaver probeerde tot voor kort het electoraat vooral te overtuigen dat de COVID-pandemie niet de enige crisis van onze tijd is, een strategie die in de peilingen nog (te) weinig resultaat genereerde. Derhalve gooit het team van GroenLinks het inmiddels over een andere boeg, en heeft het ook de zorg maar omarmd. 1.3 miljoen zorgmedewerkers, daar valt naast een bak sympathie immers ook wel wat te halen. De manier waarop is ronduit ellendig. Filmpjes waarin Jesse over zijn door een hersenbloeding getroffen moeder praat, terwijl hij een poging doet de kijker te overtuigen van zijn betrokkenheid bij de overwerkte zorgmedewerkers, voelen (bij mij althans) als goedkoop, en als bewijs van een gebrek aan inhoud. Deze trend doordrenkte Jesse’s inbreng in het debat, waar hij voor ieder punt wel een nieuw familielid uit zijn stamboom had getoverd. Hoogtepunt voor Jesse: het gesprek met een studente die zich flink in de schulden had gestoken (‘door het leenstelsel’, voor het gemak vergetende dat lenen ook voor het leenstelsel al de norm was als je aan de basisbeurs niet genoeg had). Op haar vraag wat Jesse aan haar klaarblijkelijk immense schuld ging doen toonde Jesse een verrassende oprechtheid, die getuigt van politieke volwassenwording: nee, we gaan je biertjes in de kroeg niet vergoeden. Jesse is bereid om het gebrek aan basisbeurs te vergoeden, maar we moeten (terecht) niet gaan doen alsof maximaal lenende studenten enig recht genieten op compensatie van meer dan dat ze in het oude stelsel aan basisbeurs hadden gekregen. Het moment deed mijn wenkbrauwen fronsen, en biedt mogelijk wat perspectief voor de kiezers die Jesse vooralsnog onrealistisch op dit thema vonden. Zijn continu herhalen van het belang van politieke samenwerking verraadt echter het grootste doel van zijn campagne: meeregeren.
Iemand die me positief verbaasde, was Sigrid Kaag (D66). Waar ik haar deze campagne heb ervaren als veelal onwennig zoekende naar haar identiteit als lijsttrekker, stond hier een lijsttrekker van formaat. Inhoudelijk sterk, met geloofwaardige aanvallen op voornamelijk Wilders. Ze bood een realistisch alternatief voor de zonnepanelen op ieder dak van de SP (klaarblijkelijk zijn miljoenen zonnepanelen volgens de SP gratis, gegeven dat kerncentrales volgens Marijnissen veel te duur zijn), om tegelijkertijd haar politieke opponenten rechts in het politieke spectrum te betichten van het vasthouden aan een oud economisch model. Kaag kwam eindelijk over als de leider zoals haar campagne haar probeert te framen, wat maakt dat ze komende weken stiekem nog zou kunnen verrassen. Hoewel ik graag een cynisch grapje zou willen maken, blijft het hier toch echt beperkt tot een inhoudelijk compliment.
Tot slot de twee politieke uitersten van vanavond: Lilian Marijnissen (SP) en Geert Wilders (PVV). Beiden vertolkten hun inmiddels alom bekende geluid, en eigenlijk ook niets meer dan dat. Marijnissen sprak zoals wel vaker over verlichtingen voor de armen en over verzwaringen voor de rijken en bedrijven. Leuk, maar daarmee haalt ze vermoedelijk niemand over. Haar aanval op Rutte en Hoekstra was terecht. Daar, beide heren met droge ogen, beweerden ze de komende jaren de rijken zwaarder te belasten. Van het CDA en de VVD valt voor de SP echter vrijwel niet te snoepen, en tot een echte confrontatie met Klaver of Kaag kwam het niet. Haar gesprek met een burger was het minst interessante van de avond, wat maakt dat er voor de SP nog veel werk te verrichten valt in aanloop naar de verkiezingen. Ook Wilders wist niet te verrassen, al gebeurt dat bij hem doorgaans met iets meer vuurwerk. Op de stelling dat 10% van het volgende kabinet uit ‘mensen van kleur of met een niet-westerse achtergrond’ zou moeten bestaan, reageerde hij licht kinderachtig met de stelling dat de enige persoon van kleur waarvoor hij opkomt Zwarte Piet is. Zijn confrontatie met een Marokkaans-Nederlandse burger was interessant, maar Wilders liet zich treurig genoeg enorm kennen door de uitnodiging van couscous af te slaan en te stellen dat hij wel een gehaktbal mee zou nemen. Ronduit onbeschoft, en voor zijn doen gebrekkig in humor.
Goed, dat was het alweer. Het feit dat ik dit stuk veelal heb moeten vullen met cynische opmerkingen over de deelnemers, zegt eigenlijk genoeg over de inhoud van het debat. Het was weinig enerverend, weinig verhelderend en voor de matig geïnteresseerde kiezer vermoedelijk oersaai.