Zorgbonus

Published by De Heraut on

Het hiaat van de zorgbonus

Door: Bas Mandos

In juni kwam minister De Jonge, vanaf nu voor het gemak maar Hugo, met een onverwachts cadeautje: een zorgbonus van 1000 euro (volgens hem aanvankelijk netto, toen toch bruto, toen weer gedoe, dus uiteindelijk netto) voor iedere zorgmedewerker die “direct of indirect de gevolgen van de uitbraak van het coronavirus hebben ondervonden”. Hiermee sneed Hugo zichzelf eigenlijk direct in de vingers. De specificatie met meer gedetailleerde beroepenlijst volgde pas maanden later, nadat de geruchtenmolen in de gemiddelde zorginstelling, over wie wel en wie geen recht had op de bonus, al lang op volle toeren draaide. Vanaf dat moment was Hugo zijn inschatting aangaande de kosten van de bonus (toen nog 800 miljoen euro) kansloos.


Aanvankelijk had Hugo het zo mooi bedacht. Zorginstellingen zouden zelf bepalen welke medewerkers in aanmerking zouden komen voor het extraatje, en welke niet. Dat dezelfde zorginstellingen nog altijd personeelstekorten hadden door de klappen van de eerste golf, werd daarbij voor het gemak even vergeten. Dit, nog los van het feit dat elke enigszins nadenkende HR-afdeling al snel tot de conclusie kwam dat het niet verantwoordelijk wilde zijn voor het creëren van een immense kloof tussen de ontvangers en niet-ontvangers binnen het eigen personeel. Een publieke ruzie tussen het Ministerie en de zorgsector volgde, waarna er uiteindelijk een stil compromis gesloten leek te zijn. Zorginstellingen zouden de bonus toch zelf aanvragen voor hun personeel, en tegelijkertijd werd het begrote bedrag bijgesteld van 800 miljoen euro, naar ruim twee miljard. 


Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport stond vervolgens een seconde na het openen van het spel, in de vorm van het aanvraagloket, schaakmat. Zorginstellingen vroegen massaal voor al hun personeel de zorgbonus aan, daar ze donders goed wisten dat het Ministerie een revolte onder zorgpersoneel teweeg zou brengen als ze er later alsnog een probleem van zou maken. De totale kosten zijn nog onbekend, maar het ligt in de lijn der verwachting dat deze miljarden bedragen. Kortgezegd, Hugo dacht een leuk cadeautje uit te delen, maar in zijn haast en drang om de zorgsector tevreden te houden, deelde hij een allesbehalve uitgewerkt plan met zorgmedewerkers die maandenlang voor een relatief laag loon grote offers hadden gebracht. Eindstand: miljarden verder en Hugo en zijn Ministerie als speelbal van de aanvragende zorginstellingen.


Problematisch is niet alleen de uitvoering van de bonus, maar ook intrinsiek rammelt deze regeling. Laat ik voorop stellen, de zorgmedewerkers die zich in zowel fysieke als emotionele onmenselijke omstandigheden opgeofferd hebben voor hun patiënten verdienen alle lof, en wat mij betreft compensatie. De zorgsector, het verpleegkundig personeel voorop, vraagt echter al jaren om een structureel hogere compensatie voor hun stressvolle werk. Al jaren lijkt hier geen geld voor te zijn, terwijl dit hét moment was om die grotere compensatie af te dwingen. Door het uitkeren van een eenmalige bonus garandeert Hugo zich dus tijdelijk van de steun van de zorgsector, terwijl haar steun binnen de publieke opinie na de COVID-crisis mogelijk weer snel daalt tot wat het voor deze crisis was. Een goedkope oplossing dus voor Hugo en consorten, terwijl de zorgsector wederom het nakijken heeft (weliswaar met eenmalig 1000 euro meer te besteden, maar toch). 


Tot slot is ook het precedent wat geschapen wordt middels het instellen van eenmalige bonussen voor verrichte diensten hoogst twijfelachtig. Ook de politiesector, waar toevalligerwijs ook al jaren de roep bestaat om hoger loon, krijgt nu een bonus wegens hun buitengewone inspanningen in de coronatijd. Ook hier valt iets voor te zeggen, maar ook hier concludeer ik dat het gaat om een tijdelijke pleister voor het bloeden, zodat de sector haar (terechte) vraag om een hoger loon voor nu even laat varen. Het probleem hiervan is echter wel, dat er talloze sectoren bestaan waarbij buitengewone inspanningen zijn geleverd, die nu niet beloond worden met erkenning en een compensatie. Neem de BOA’s. Maandenlang uitgekafferd door zo ongeveer iedereen, maar zij zien niets van de zorg-, dan wel politiebonus. Inmiddels zijn enkele gemeenten maar begonnen met het op eigen initiatief uitkeren van 300 euro aan deze dienstverleners, waardoor door het gebrek aan deze mogelijkheid bij andere gemeenten de kloof alleen maar groter dreigt te worden. Denk ook aan vakkenvullers die onze supermarkten bevoorraad houden, maar zich dagelijks tientallen keren binnen anderhalve meter van klanten bevinden. De lijst voorbeelden is eindeloos.


Hoewel de verzorgenden op de IC uiteraard ongetwijfeld een bonus verdienen, zet het kabinet met het uitkeren van een bonus voor de politie de sluizen open voor zo ongeveer iedere sector die op wat voor manier dan ook extra inspanningen heeft geleverd. 


Dit, terwijl de COVID-crisis juist een goed aangrijpingspunt zou kunnen zijn om nu eens écht te kijken naar het loon dat we hardwerkende medewerkers in de zorg geven. Het feit dat dit probleem door de uitgekeerde 1000 euro naar de achtergrond dreigt te vervagen, is een belediging voor het personeel dat zich in deze crisis met gevaar voor eigen gezondheid  zo enorm heeft ingezet.


Categories: Achtergrond